ODA


En de blindegeleide vogels



Formaat: Staand of hangend

Thema: Legende Sint Oda

Datum: 2016
Relatie Uden: ontstaan benaming Sint Oedenrode



De legende van Sint Oda

Volgens de overleveringen leefde ze van 680 tot 726 en was ze een mooie prinses. Helaas was Oda blind en wilde niemand met haar trouwen. Nadat haar vader haar naar het graf van Sint Lambertus in Luik stuurde, kon ze weer zien. Teruggekeerd in Schotland wordt ze uitgehuwelijkt maar omdat ze haar hart reeds verpand had aan christus, sloeg ze op de vlucht en komt na een een lange pelgrimstocht via Italië uiteindelijk in het Brabantse (destijds Taxandrie) dorpje Rode aan. Daar leeft ze tot aan haar dood als kluizenares en wordt begraven in de Sint Odenberg. Boven haar graf verscheen later een helder licht ten teken dat ze een heilige was

In het jaar 1099 kwam bisschop Otbertus  van Luik naar Rode en liet de botten van Oda uit het graf halen. Volgens het verhaal verspreidden ze een aangename, zoete geur. Ze werden in een schrijn gelegd en een nieuw bedevaartoord was geboren. 

In het jaar 1274 werd voor het eerst de naam 'Rode Sancte Ode' of Sint-Odarode opgeschreven. Deze naam kennen we nu als Sint-Oedenrode.
Oda wordt speciaal aangeroepen tegen oogkwalen en ziekten aan het hoofd. 

 


Oda als kluizenares en de vogels.

Over de vogels doen verschillende verhalen de ronde. Ze zou voordat ze was aanbeland in Rode, nog in Venray en Weert hebben gewoond, maar werd haar schuilplek door het kwetteren van vogels verraden. 
Elders lees ik dat de vogels haar juist gered hebben: toen haar vader mannen achter haar aan hadden gestuurd en haar bijna vonden, werden ze door de vogels belaagd en weggejaagd. Voor mij de reden om de vogels juist als bescherming af te beelden. Zij waren de 'ogen' voor Oda.


Aan de buitenzijde hangt een penning met de heilige Oda met een ekster op haar hand.
Het opschrijft aan de achterzijde luidt:

Herinnering aan het 12e eeuwfeest van St. Oda   
1926

 


Rechts een schedeltje van een ekster, links van een duif.



De Kam van Oda
Het gelige exemplaar zou van Oda geweest zijn. Het is een dubbele ivoren kam welke als secundair* reliek aan de pelgrims getoond zou zijn en wellicht werden er hun haren mee gekamd.
Dat is een lastige, want Oda leefde volgens de legende in de zevende eeuw en in 1996, toen de relieken werden onderzocht, werd de kam gedateerd uit de twaalfde eeuw...


Het kammenbakje versus vogelvoerbakje.

 

Dit antiek koperen kammenbakje heb ik als vogelvoerbakje aangebracht.

De bolletjes staan voor de brailletekens en natuurlijk staat er: ODA


Naast het feit dat de ivoren kam 5 eeuwen later werd gemaakt dat Oda geleefd zou hebben, ook bleek in datzelfde onderzoek in 1996 dat de botten in het schrijn al uit de derde of vierde eeuw waren. 
Met nieuwe onderzoeksmethoden die de waarheid aan het licht brengen, gaat ook veel mysterie verloren: goed aan de ene kant, jammer van de andere kant. We willen toch graag blijven geloven in het een en ander, maar hoe dan ook: ze blijven ons inspireren!


Het kapelletje achter de Martinikerk in Sint Oedenrode is nog steeds te bezoeken en is vrij toegankelijk.


* secundair reliek

Relieken worden in drie categorieën verdeeld:
Primair: de beenderen, lichaam(sdelen), haren, traanvocht, nagels etc., dus direct van de persoon afstammend
Secundair: persoonlijke gebruiksvoorwerpen als de kam, kleding, sieraden etc.
Tertiair: indirecte aanrakingsrelieken: voorwerpen die met de vorige twee categorieën in aanraking zijn geweest.